Berekening vergoeding
________________________________
└Eventuele bijkomende vergoedingen
└Wettelijke rente
_______________________________________________________
Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld:
- Inleiding
- Ingangstermijn
- Afwijkende ingangstermijn
- Soort rente
- Einddatum
- Geen wettelijke rente over heffingsrecht
- Wettelijke rente over dwangsom
- Titel 4.5 Awb
- Meer informatie
________________________________________________________
Inleiding
Kent het bestuursorgaan nadeelcompensatie toe, dan is het ook gehouden de wettelijke rente over het toegekende bedrag te vergoeden .Het onderwerp wettelijke rente wordt hieronder toegelicht. Voor de berekening van de rente kan men gebruik maken van het model in de volgende link http://www.wettelijkerente.net/renteberekening.aspx.
Ingangstermijn
Het bestuursorgaan is wettelijke rente verschuldigd met ingang van de dag waarop het verzoek is ontvangen (art. 6:119 BW). Vanaf die dag begint immers de wettelijke rente te lopen (ABRvS 29 september 1994, ECLI:NL:RVS:1994:AN4171, AB 1995, 210, m.nt. P.J.J. van Buuren, Gst. 1994-700, 5, m.nt. H.Ph.J.A.M. Hennekens). Deze regeling lijdt uitzondering indien het schadeveroorzakende besluit nog niet onherroepelijk is. In die situatie begint de termijn op zijn vroegst te lopen vanaf de dag waarop het besluit onherroepelijk is geworden (ABRvS 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4165). Bestuursorganen wordt aanbevolen de ontvangstdatum van de aanvraag te registreren.
Afwijkende ingangstermijn
Bestuursorganen mogen voor de berekening van de rente in beginsel niet afwijken van de gebruikelijke ontvangstdatum van de aanvraag. Illustratief zijn de uitspraken van de Afdeling van 2018 en 2014. In beide gevallen achtte de Afdeling een latere ingangsdatum onjuist (ABRvS 13 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1969 en ABRvS 30 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2865). Ook in de volgende gevallen achtte de bestuursrechter afwijking van de gebruikelijke ingangsdatum niet gerechtvaardigd:
- Een nog niet complete aanvraag (ABRvS 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1950 en de rechtbank in eerste aanleg, Rb. Limburg 21 juni 2019,
ECLI:NL:RBLIM:2019:5712);
- De latere door SAOZ geadviseerde ingangsdatum is niet terecht (ABRvS 13 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1969);
- Het pas in bezwaar toewijzen van het verzoek om nadeelcompensatie (Rb. Midden-Nederland 2 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4828)
- Nadere financiële gegevens op een later moment te hebben ingediend (Rb. Middelburg 2 december 2012, ECLI:NL:RBMID:2012:BV6771;
- Nog niet ontvangen hebben van de benodigde financiële gegevens (Rb. Middelburg 2 december 2012, ECLI:NL:RBMID:2012:BV2731);
- Niet in één keer verstrekt hebben van de gevraagde stukken (Rb. Zwolle-Lelystad 9 maart 2011, ECLI:NL:RBZLY:2011:BP9461).
- Het nog niet betaald hebben van het heffingsrecht voor het in behandeling nemen van het verzoek (Rb. Almelo 29 september 2010,
ECLI:NL:RBALM:2010:BN9306).
Soort rente
Voor de berekening dient aangesloten te worden bij de (relatief lage) rente voor consumententransacties. Het is vaste rechtspraak dat de rente voor handelstransacties niet van toepassing is (ABRvS 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:777). De betalen rente kan hoog oplopen. Illustratief is de rente die het Waterschap Brabantse Delta moest betalen aan de aanvrager, te weten een bedrag van € 8.101,93 (Rb. Zeeland-West-Brabant 2 mei 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2793);
Einddatum
De laatste dag waarover het bestuursorgaan wettelijke rente is verschuldigd, is de dag van de algehele voldoening van de verschuldigde betaling (zie ook: Rb. Noord-Holland, 8 augustus 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:6698, r.o.11.1 en CRvB 25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958).
Geen wettelijke rente over heffingsrecht
Bij toewijzing van de aanvraag is het bestuursorgaan gehouden het betaalde heffingsrecht terug te betalen. Hierover is het bestuursorgaan geen wettelijke rente verschuldigd (ABRvS 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1057, r.o. 5).
Wettelijke rente over dwangsom
Het bestuursorgaan is mede wettelijke rente verschuldigd ingeval van het niet tijdig betalen van de verschuldigde dwangsom bij niet tijdig beslissen op de aanvraag (Rb. Noord-Holland 8 augustus 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:6698, r.o. 13.5)
Titel 4.5 Awb
De betalingsverplichting is opgenomen in art. 4:129, aanhef en onder d, Awb. Dit artikel schrijft voor dat bestuursorgaan bij toekenning van nadeelcompensatie gehouden is de wettelijke rente te vergoeden 'vanaf de ontvangst van de aanvraag, of indien de schade op een later tijdstip ontstaat, vanaf dat tijdstip'. De laatste zinsnede is toegevoegd om te voorkomen dat het bestuursorgaan rente zou moet vergoeden vanaf de ontvangst van het verzoek, terwijl er nog geen schade is (Kamerstukken II 2010/11, 32 621, nr. 3, p. 28).
Meer informatie
Wettelijke rente bij planschade en nadeelcompensatie
Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld:
- Inleiding
- Ingangstermijn
- Afwijkende ingangstermijn
- Soort rente
- Einddatum
- Geen wettelijke rente over heffingsrecht
- Wettelijke rente over dwangsom
- Titel 4.5 Awb
- Meer informatie
________________________________________________________
Inleiding
Kent het bestuursorgaan nadeelcompensatie toe, dan is het ook gehouden de wettelijke rente over het toegekende bedrag te vergoeden .Het onderwerp wettelijke rente wordt hieronder toegelicht. Voor de berekening van de rente kan men gebruik maken van het model in de volgende link http://www.wettelijkerente.net/renteberekening.aspx.
Ingangstermijn
Het bestuursorgaan is wettelijke rente verschuldigd met ingang van de dag waarop het verzoek is ontvangen (art. 6:119 BW). Vanaf die dag begint immers de wettelijke rente te lopen (ABRvS 29 september 1994, ECLI:NL:RVS:1994:AN4171, AB 1995, 210, m.nt. P.J.J. van Buuren, Gst. 1994-700, 5, m.nt. H.Ph.J.A.M. Hennekens). Deze regeling lijdt uitzondering indien het schadeveroorzakende besluit nog niet onherroepelijk is. In die situatie begint de termijn op zijn vroegst te lopen vanaf de dag waarop het besluit onherroepelijk is geworden (ABRvS 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4165). Bestuursorganen wordt aanbevolen de ontvangstdatum van de aanvraag te registreren.
Afwijkende ingangstermijn
Bestuursorganen mogen voor de berekening van de rente in beginsel niet afwijken van de gebruikelijke ontvangstdatum van de aanvraag. Illustratief zijn de uitspraken van de Afdeling van 2018 en 2014. In beide gevallen achtte de Afdeling een latere ingangsdatum onjuist (ABRvS 13 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1969 en ABRvS 30 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2865). Ook in de volgende gevallen achtte de bestuursrechter afwijking van de gebruikelijke ingangsdatum niet gerechtvaardigd:
- Een nog niet complete aanvraag (ABRvS 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1950 en de rechtbank in eerste aanleg, Rb. Limburg 21 juni 2019,
ECLI:NL:RBLIM:2019:5712);
- De latere door SAOZ geadviseerde ingangsdatum is niet terecht (ABRvS 13 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1969);
- Het pas in bezwaar toewijzen van het verzoek om nadeelcompensatie (Rb. Midden-Nederland 2 september 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4828)
- Nadere financiële gegevens op een later moment te hebben ingediend (Rb. Middelburg 2 december 2012, ECLI:NL:RBMID:2012:BV6771;
- Nog niet ontvangen hebben van de benodigde financiële gegevens (Rb. Middelburg 2 december 2012, ECLI:NL:RBMID:2012:BV2731);
- Niet in één keer verstrekt hebben van de gevraagde stukken (Rb. Zwolle-Lelystad 9 maart 2011, ECLI:NL:RBZLY:2011:BP9461).
- Het nog niet betaald hebben van het heffingsrecht voor het in behandeling nemen van het verzoek (Rb. Almelo 29 september 2010,
ECLI:NL:RBALM:2010:BN9306).
Soort rente
Voor de berekening dient aangesloten te worden bij de (relatief lage) rente voor consumententransacties. Het is vaste rechtspraak dat de rente voor handelstransacties niet van toepassing is (ABRvS 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:777). De betalen rente kan hoog oplopen. Illustratief is de rente die het Waterschap Brabantse Delta moest betalen aan de aanvrager, te weten een bedrag van € 8.101,93 (Rb. Zeeland-West-Brabant 2 mei 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2793);
Einddatum
De laatste dag waarover het bestuursorgaan wettelijke rente is verschuldigd, is de dag van de algehele voldoening van de verschuldigde betaling (zie ook: Rb. Noord-Holland, 8 augustus 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:6698, r.o.11.1 en CRvB 25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958).
Geen wettelijke rente over heffingsrecht
Bij toewijzing van de aanvraag is het bestuursorgaan gehouden het betaalde heffingsrecht terug te betalen. Hierover is het bestuursorgaan geen wettelijke rente verschuldigd (ABRvS 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1057, r.o. 5).
Wettelijke rente over dwangsom
Het bestuursorgaan is mede wettelijke rente verschuldigd ingeval van het niet tijdig betalen van de verschuldigde dwangsom bij niet tijdig beslissen op de aanvraag (Rb. Noord-Holland 8 augustus 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:6698, r.o. 13.5)
Titel 4.5 Awb
De betalingsverplichting is opgenomen in art. 4:129, aanhef en onder d, Awb. Dit artikel schrijft voor dat bestuursorgaan bij toekenning van nadeelcompensatie gehouden is de wettelijke rente te vergoeden 'vanaf de ontvangst van de aanvraag, of indien de schade op een later tijdstip ontstaat, vanaf dat tijdstip'. De laatste zinsnede is toegevoegd om te voorkomen dat het bestuursorgaan rente zou moet vergoeden vanaf de ontvangst van het verzoek, terwijl er nog geen schade is (Kamerstukken II 2010/11, 32 621, nr. 3, p. 28).
Meer informatie
Wettelijke rente bij planschade en nadeelcompensatie